Geschiedenis

Na de Tweede Wereldoorlog moest de KLM in snel tempo uitgebouwd worden. Zowel aan grond- als vliegend personeel was een groot tekort. Een eigen opleiding t.b.v. boord radiotelegrafisten werd gestart, want luchtvaartcommunicatie in die tijd was gebruikmaken van de midden- en kortegolf met radio telegrafie (morse). Alleen dicht bij een vliegveld was er radiotelefonie op vhf en hf. In augustus 1947 werd aan de opleiding een oefenmogelijkheid toegevoegd. In hangar 5 kwam er een radiostation, uitgerust met apparatuur zoals gedurende de oorlog gebruikt werd in Dakota en Skymaster: de BC375 (liason) zender en de BC348 ontvanger, werkpaarden. Inmiddels was de Lockheed Constellation (‘Connie’) aan de vloot toegevoegd en deze had de Collins AN/ART13 aan boord. Ook deze zender kwam beschikbaar voor de training. Het zendvermogen was ongeveer 100 Watt.

Grote initiatiefnemer was KLM-er Jaap Kroon, opleider en examinator luchtvaartradiotechniek. Van zijn hand verschenen ook meerdere studies t.b.v. radionavigatie en -communicatie. Het station kreeg van de overheid de roepletters PI1KLM, een type roepnaam zoals gebruikelijk voor radiozendamateurs met een wettelijke status. In die tijd mocht een station met een amateurstatus helaas geen verbinding maken met een vliegtuig. De status van het KLM-radiostation was opleiding waarbij de amateurbanden gebruik mochten worden. Jaap Kroon was zelf ook zendamateur met de roepletters PA0IF. De eerste verbinding was op 17 september 1947 op 20 meter radiotelegrafie met Oostenrijk. In de loop der jaren deed radiotelefonie zijn intrede in de luchtvaart. met als gevolg dat radiotelegrafisten aan boord overbodig werden, dus ook de opleiding. Om de goede naam van de KLM, ook in de ether, hoog te houden is daarna het station PI1KLM door vrijwilligers, ex-radiotelegrafisten en tevens zendamateur, voortgezet met toestemming van de overheid. De roepnaam werd later om administratieve redenen gewijzigd in PI9KLM.

Hangar 5 kreeg een andere bestemming. Het station werd ondergebracht in een barak, later in een ruimte bij de toenmalige KLM-geneeskundige dienst, op wat nu Schiphol-Oost heet. Daarna op de vierde verdieping van hangar 9. Ook deze hangar moest verdwijnen waarna nu PI9KLM gevestigd is in hangar 12, kamer 237, tweede etage.

History

When WWII ended, KLM wanted to expand in a high tempo. Many ground- and flying personal were needed. KLM started their own department for training radio officers. In those days communication in aviation was done with Morse (radiotelegraphy) on the medium and short wave bands. Only close to an airfield there was radiotelephony on VHF and HF. In August 1947 a radiostation was built in hangar 5 for practice purposes. The station was fitted with the equipment that was used during the war in the DC3 Dakota and the Skymaster: the BC375 (liason) transmitter and the BC348 receiver (workhorses). In the meantime the Lockheed Constellation (‘Connie’) was added to the fleet with on board the Collins AN/ART13. Also this transmitter became available for training. The output power was about 100 Watts.

Initiator was KLM employee Jaap Kroon, trainer and examiner in radio techniques in aviation. He wrote several books on radio navigation and radio communication. The station was licensed by the government with the callsign PI1KLM, in those days a typical callsign for ham operators. The station was not allowed to make contact with aircraft and could only use the ham bands for training purposes. Jaap Kroon was a ham Operator himself with the callsign PA0IF. The first qso of PI1KLM was made on the 15th of Septembre 1947 with OE3LM on the 14 MHz band in the cw-mode. In the following years radio telephony was used more and more in aviation and there was need anymore for radio operators in the cockpit and thus for a training facility. Volunteers, mostly former radio operators with a ham license continued the station and obtained a license from the government to do so. After some time the callsign was changed to PI9KLM for administrative reasons.

Hangar 5 was given an other purpose and the station moved to a barrack and thereafter to a room in the then medical facilities of KLM. After that the station went to the fourth floor of hangar 9. Also this hangar had to make way to a different building and today we are situated on the second floor of hangar 12, room 237.